Zeer teleurstellende afloop debat Rhijnhaeghe

Het ontwerp bestemmingsplan is gisteravond (7 juni 2018) ongewijzigd aangenomen door de gemeenteraad. P21 en de Liberalen stemden voor, CDA was tegen. Dat was de teleurstellende afloop van een lang proces dat 2,5 jaar geduurd heeft. Alle inspanningen die we hebben verricht om een tot een beter plan te komen zijn gestrand in een politiek spel waarbij ook de projectontwikkelaar een zeer dubieuze rol speelde.

In mijn vorige bericht (24 april 2018) kon u lezen dat de raadsleden tijdens de hoorzitting van 17 april behoorlijk kritisch waren over het ontwerp bestemmingsplan en over de reactie van de gemeente op alle ingediende zienswijzen (meer dan 400). Ook werden er veel vragen gesteld zowel door de insprekers maar ook door de raadsleden aan wethouder Spil.  Een verslag van de hoorzitting en het debat op 17 april kunt u hier lezen.(18-046_Besluitenlijst_hoorzitting_bestemmingsplan_Rhijnhaeghe) en (18-047_Besluitenlijst_debat_bestemmingsplan_Rhijnhaeghe). Afgesproken werd dat er op de daaropvolgende raadsvergadering, op 17 mei 2018, nog eerst een ingelast “meningsvormend” debat zou plaatsvonden waarop de wethouder antwoord kon geven op die vragen. Op 7 juni zou dan door de raad een besluit worden genomen over het plan.

Ter voorbereiding op dat debat heeft de wijkvereniging een brief (Brief aan gemeenteraad d.d. 3 mei-1-signed)gestuurd  aan de raad en aan de wethouder. De brief bevat een aantal, vooral politieke, argumenten om niet akkoord te gaan met het voorliggende bestemmingsplan. Op 8 mei verscheen een notitie (Antwoordennotitie_technische_vragen_bestemmingsplan) van de gemeente met antwoorden op een aantal technische vragen die tijdens de hoorzitting gesteld waren. In deze notitie geeft de gemeente vaak geen concreet antwoord op de gestelde vragen, of wordt er onjuiste informatie gegeven. Een voorbeeld hiervan is het antwoord over het parkeren (Ad.4). Volgens de parkeernota 2008 van de gemeente moet een parkeerdrukmeting worden uitgevoerd in een straal van 250 m. van de bouwlocatie. Dat is in het onderzoek van de projectontwikkelaar niet gebeurt. 

Op 16 mei heeft de wijkvereniging een uitgebreidere brief als aanvulling gestuurd. In deze brief, die met behulp van een ter zake kundige jurist is opgesteld, worden een aantal inhoudelijke onduidelijkheden en omissies in het bestemmingsplan besproken waardoor het plan in haar huidige vorm niet uitvoerbaar is, onvoldoende gemotiveerd is en in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. (20180516 Brief aan gemeenteraad, definitief-signed)

Tijdens het debat op 17 mei bleek dat P21 voorstander bleef van het plan. Hun enige “zorg” waren de bomen die nu op het terrein staan. Men stelt voor om deze zoveel mogelijk te sparen, of elders in de buurt te herplaatsen cq. nieuwe bomen te planten. Hoewel de wijkvereniging dit altijd als een verlies aan groen heeft benoemd, werd het door P21 afgewimpeld met als argument dat het “particuliere bomen betrof die geen deel uitmaakten van het openbare groen”.

Het CDA maakt wederom duidelijk waarom men tegen dit plan is en voorstander van het alternatief van de wijkvereniging.

De Liberalen hadden wederom stevige kritiek op het plan. Ze gaven aan dat het plan (zowel de inhoud als het proces) strijdig was met de Strategische Agenda, dat de gemeente en de raad beter moeten luisteren naar de mening van anderen, en dat men onder de indruk is van de grote betrokkenheid van de inwoners. Men is tegen de vijfde woonlaag op het appartementengebouw, waardoor deze geen 17 m. maar 14 m. hoog wordt. Ook wil men een geheel ondergrondse parkeergarage in plaats van een half ondergrondse, waardoor het gebouw nog 2 m. lager wordt, en vindt men dat het aantal woningen (91) te hoog is. Tevens maakte men de opmerking dat “angst een slechte raadgever is, ook in een relatie met een projectontwikkelaar”. Op deze uitspraak komen we straks nog terug. Tevens vroeg men zich af op welke punten de wethouder concreet rekening heeft gehouden met de inbreng van de inwoners (lees de wijkvereniging). De Liberalen vinden dat de wethouder op een aantal punten te weinig heeft gedaan met de inbreng van de direct aanwonenden. In derde termijn kondigen de Liberalen een amendement aan die in de volgende raadsvergadering (7 juni) zal worden ingediend. In dit amendement wordt gepleit voor het weglaten van de 5e woonlaag en de maximale hoogte van 12 meter (4 woonlagen met geheel ondergrondse parkeergarage). Bovendien kondigt men aan voor de inhoud van het amendement in overleg te treden met de andere fracties. P21 wil weten van het college of deze wensen “haalbaar” zijn. Hiermee bedoelt men de financiële haalbaarheid.

Tijdens het debat op 17 mei kondigde wethouder Spil al aan dat een volledig ondergrondse parkeergarage te duur wordt waardoor de projectontwikkelaar concessies moet doen op het gebied van duurzaamheid. Hieruit blijkt dat de half ondergrondse parkeergarage puur is gekozen vanwege de opbrengst voor de eigenaar en projectontwikkelaar. Wethouder Spil verklaart echter dat zij op geen enkele manier onder druk gezet wordt door enig projectontwikkelaar ook niet die van Rhijnhaeghe (Sustay). Dit is tegengesteld aan hetgeen zij eerder heeft gezegd (zowel mondeling als schriftelijk) namelijk dat de gemeente niet gaat over het financiele resultaat van de eigenaar. De vraag rijst hier wat de waarde cq. het waarheidsgehalte is geweest van andere uitspraken van de wethouder in dit project. Al eerder hebben we aangegeven volledig op het verkeerde been te zijn gezet door deze uitspraken.

Tijdens het “vooroverleg” over het amendement van de Liberalen met de wethouder, sneuvelt de geheel ondergrondse parkeergarage inderdaad onder druk van de projectontwikkelaar. Anders kon het project niet doorgaan zo werd gezegd. Ook werd het amendement over het weglaten van de 5e laag tijdens het debat op 7 junidoor de Liberalen, ingetrokken. Wederom gebeurde dat, na schorsing en overleg met de wethouder, onder dreiging van het niet doorgaan van het project. Tijdens het debat op 17 mei merkten de Liberalen nog op dat “angst een slechte raadgever is, ook in een relatie met een projectontwikkelaar”. Dat is hier dus duidelijk gebleken!

Stuitend was het dat zowel de burgemeester als de wethouder in de vergadering van 7 juni gezegd hebben dat de wijkvereniging geen alternatief plan heeft ingebracht. Er is in de zomer van 2017 een uitgebreide notitie naar raad en wethouder gestuurd waarin een plan wordt voorgesteld voor de bouw van een appartementengebouw op de plaats van het huidige gebouw. Dit plan omvat een beschrijving van het aantal en type woningen, kosten en baten, hoogte en omvang groenvoorziening. Deze gegevens zijn toen door een expertbureau beoordeeld en kloppend bevonden.                                                                                                                                         Op 7 september is hier door de wethouder op gereageerd met de opmerking: “…dat de gemeente niet gaat over het financiele resultaat van de eigenaar/projectontwikkelaar en dat daarom geen reactie is gegeven op de alternatieven van de wijkvereniging.” Kortom de wethouder weigert naar te plan te kijken.

Uiteindelijk is het bestemmingsplan ongewijzigd aangenomen met de stemmen van P21 en de Liberalen voor en die van het CDA tegen. Vrijwel alle raadsleden hielden aan dit slotdebat een kater over omdat de financiële opbrengst van de projectontwikkelaar het won van de gerechtvaardigde wensen van de politiek en van de inwoners. De conclusie is dat bij dit project de Bunnikse politiek is bezweken onder druk van de financiële opbrengst van de projectontwikkelaar. Dit voelt voor iedereen als een nederlaag voor de politiek.